Pride: Steve
“Sporten is voor mij een uitlaatklep. Maar dat is niet altijd zo geweest. Als queer kind dacht ik dat sporten niet voor mensen zoals ik was. In de kleedkamer bij gymles werden harde grappen gemaakt over homo’s. Ik zag er tegenop om te sporten en kreeg al buikpijn als ik aan de kleedkamer dacht. En LHBTI+ topsporters? Die waren er niet. Althans: die durfden daar niet openlijk voor uit te komen.
Gelukkig is er veel veranderd in de tussentijd. Voor mezelf, en ook voor topsporters. In Amsterdam heb ik ontdekt dat sporten ontzettend leuk is en dat er fijne plekken zijn waar je kunt sporten zonder dat je jezelf hoeft te verbergen. En er zijn nu heel veel LHBTI+ atleten die hun plek opeisen in de topsport en een geweldig rolmodel zijn.
Is het probleem nu opgelost? Nee, helaas nog niet. Op veel plekken is het nog steeds niet veilig om als sporter uit de kast te komen. Kijk naar het profvoetbal, waar nog geen enkele mannelijke profvoetballer uit de kast durft te komen. Terwijl ze er toch echt moeten zijn.
Het gaat gelukkig de goede kant op: jonge LHBTI+ sporters durven steeds vaker uit de kast te komen bij hun sportclubs. De VondelGym heeft ook altijd een open sfeer gecreëerd, en geen doekjes gewonden om hun visie op inclusie. Dat is zo belangrijk. Ik ben hierdoor helemaal op mijn plek. Dus de enige keren dat ik nog buikpijn heb van sporten, is dankzij spierpijn”.